Alfare Poedermelk 1lftd 400g

Ingrediënten:

dextrine-maltose, enzymatisch hydrolysaat van wei-eiwitten, middelketenvetten, aardappelzetmeel, palmoleïne, koolzaadolie, zonnebloemolie, citroenzuurester van mono-en diglyceriden, vitaminen, mineralen, taurine, inositol, L-carnitine.

Samenstelling per 100 ml aan 14,2 %:

eiwitten 2,1 g, vetten 3,56 g, koolhydraten 7,65 g, mineralen (Ca 54 mg, P 36 mg, Na 35 mg, K 88 mg, Cl 63 mg, Fe 0,7 mg, Mg 8,4 mg, Cu 0,056 mg, Mn 5 µg, Zn 0,7 mg, I 11 µg, Se 2,5 µg) vitaminen (vitamine A 250 IE, vitamine D 42 IE,  vitamine E 1,8 IE, vitamine K 5,6 µg, vitamine B ₁ 0,049 mg, vitamine B ₂ 0,11 mg, niacine 0,7 mg, pantotheenzuur 0,32 mg, vitamine B ₆ 0,056 mg, inositol 3,5 mg, biotine 1,4 µg, foliumzuur 6,3 µg, vitamine B ₁₂ 0,21 µg, choline 7 mg, vitamine C 7 mg), carnitine 1,4 mg en taurine 5,6 mg.

Energetische waarde per 100 ml: 70 kcal of 293 kJ.

• 1 afgestreken maatje = 4,73 g per 30 ml water.
• Eerst het water opwarmen tot de gewenste temperatuur, nadien de schepjes poeder toevoegen en goed schudden.
• De fles meteen toedienen en geen melkrestjes bewaren.

1. Vroegtijdige realimentatie bij acute en ernstige diarree.

2. Realimentatie bij diarree van lange duur met diverse etiologieën:

• ‘delayed recovery diarrhea’;
• proteïne-allergie (koemelk, geitenmelk, soja en andere voedingsproteïnen) (in het bijzonder in de acute fase van de ziekte. Na het verdwijnen van de klinische manifestaties van allergie kan voorzichtig overgeschakeld worden naar bv. Nan H.A., behalve wanneer de initiale evolutie een anafylactische shock was of een digestieve reactie die een snelle dehydratatie veroorzaakte wegens braken of diarree);
• malabsorptieproblemen (mucoviscidose);
• chronische ontstekingen van het spijsverteringsstelsel (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa).

3. Realimentatie bij ondervoedingstoestand, Short Bowel Syndrome.

4. Restenarm dieet voor zuigelingen (bv. pre- en postoperatief dieet).

5. Continue enterale alimentatie na chemotherapie die een beschadiging van de darmmucosa veroorzaakt of abdominale radiotherapie die een dieet zonder lactose, zonder gluten en restenarm dieet vergt.

6. Aanvulling van moedermelk bij risicopatiënten.

7. Kinderen met familiale voorgeschiedenis van bepaalde allergievormen.